Te weinig slaapplaatsen voor daklozen in Brussel
'Wij mogen niet meer naar binnen omdat we het verkeerde lot hebben'
Dagelijks zoeken daklozen, onder andere zwervers en illegalen, een slaapplaats. In Brussel zijn er maar twee opvanghuizen te vinden. Het is dus niet raar dat veel daklozen op straat leven. Want zodra de avond valt, is het een moeilijke klus om een goede slaapplaats te vinden.
Van uw verslaggever: Marlijne Hodes
|
'Kijk, hij heeft een wondje. Ik wil dat hij
beter wordt, want ik kan niet zonder hem.' |
Overdag zie je veel zwervers op straat in Brussel. Ze bedelen om geld te krijgen voor eten, drinken, een slaapplaats of een treinkaartje. Althans dat zeggen ze. Je weet maar nooit of ze met het geld dat je geeft drank of drugs gaan kopen. Vlakbij het Centraal Station van Brussel zitten veel daklozen te bedelen. Een man met een hond zit er zielig bij. Het is Jean, een Waalse man. Hij heeft geen boventanden meer en naast hem ligt een hoopje met stinkende drab, waarschijnlijk voedsel voor zijn hond. In Brussel mag je met een bekertje op de koude grond zitten om geld te vragen. De politie zal alleen de luidruchtige en onbeschofte daklozen oppakken. Jean vertelt dat hij met de strenge politie kan leven, het is tolereerbaar. 'Soms scheldt de politie mij weleens uit voor stommeling of domme oen. Ze zijn streng voor mij, terwijl ik alleen maar een slaapplaats en eten voor mij en mijn hondje zoek. Waarschijnlijk denken ze dat ik van het geld ga drinken of heroïne ga spuiten. Ik drink alleen af en toe een biertje, maar heroïne spuiten doe ik niet.' Als bewijs wil hij zijn arm laten zien, maar ik zeg lachend dat ik hem op zijn woord geloof.
Daklozen hotspots
Stinkende stations, kleine steegjes en stadsparken. Dit zijn de plekken waar je de daklozen kan vinden. In Brussel zie je vooral de illegale daklozen bij het station van Brussel Noord. De andere Brusselse stations zijn de hemel in vergelijking met dit station. Want als je via de kleine trappen in het station naar buiten loopt, komt de vieze stank van pis en andere geuren, waarvan je de afkomst niet wil weten, je tegemoet. Een onaangename buurt, met hoeren, illegalen en zwervers. Gelukkig wordt de stank richting de binnenstad van Brussel minder en ik begin me zelfs op mijn gemak te voelen tussen al die verschillende nationaliteiten die door de mooie Belgische hoofdstad lopen. Af en toe passeer ik een bedelaar. Het is zielig om deze mensen zo te zien lijden, dus uit sympathie krijgen ze af en toe wat klein geld van mij toegeworpen.
'Amsterdam was veel beter, daar was porno en seks.'
|
Marollenwijk |
Het begint stilletjes aan steeds later op de avond te worden. Terwijl ik richting de Marollenwijk loop, merk ik dat de drukte van de binnenstad van Brussel ver achter mij ligt. Veel zwervers overnachten op het Vossenplein (plein in de Marollenwijk in Brussel, nvdr). Maar aangekomen bij dit plein is er geen kip te zien. Waarschijnlijk is het te vroeg, de avond begint net te vallen. Drie mannen met flessen drank en plastic zakken zitten op een bankje, maar ik weet niet zeker of het daklozen zijn. Net als ik de mannen aan wil spreken, hoor ik achter mij iemand tegen zichzelf praten. Er komt een man aangelopen die duidelijk wel een dakloze is. Ik vraag aan hem wat hij van de strenge politie vindt. Zijn antwoord is niet te verstaan, want hij heeft geen tanden meer, heeft een dikke rode neus en is straalbezopen. Met zo’n zatlap valt niet te praten. Verderop kom ik een politieagent tegen. Hij wijst mij de weg naar één van de opvanghuizen van Brussel. Hij beveelt mij dat ik goed moet oppassen, want er kunnen af en toe gevaarlijke mensen rondlopen in de Marollenwijk.
Opvanghuizen
|
Fotograaf: Teun van den Neste |
Onderweg kom ik een 'echte' zwerver tegen. Hij ligt op de grond die bedekt is met karton en zit onder de kots. Uiteraard moet ik hier een foto van hebben. Ik vraag netjes aan de man of dat mag. Hij praat wat onduidelijk, maar duidelijk genoeg om een 'ja' te horen. Hij vertelt dat hij nooit weet waar hij gaat slapen. 'Misschien hier, misschien in het park of ergens anders.' Zielig om een mens zo te zien liggen, helemaal alleen en niemand die voor hem zorgt. Ik wil de politie bellen om een overnachting voor hem te regelen. Plotseling roept de man iets, zijn stem klinkt boos. Ik zie uit mijn ooghoeken dat hij probeert op te staan en ik maak dat ik wegkom. Het opvanghuis De Hoeksteen is gelukkig niet ver meer en het huis is niet moeilijk te vinden. Er staan veel mensen te dringen om binnen te komen. Bij De Hoeksteen is er maar plaats voor dertig man. Dit opvanghuis heeft een apart idee over de opvang. Iedereen krijgt een lotje in zijn handen geduwd en diegenen met het goede lot, krijgen een overnachting. Dit is een verschrikkelijke manier om aan een overnachting te komen. De daklozen leven in onzekerheid of ze wel of niet een slaapplaats zullen krijgen.
'Als er 200 plaatsen meer zijn, zitten wij ook vol.'
|
'Wij mogen niet meer naar binnen
omdat we het verkeerde lot hebben' |
Om klokslag negen uur sluiten de deuren van het huis. Ik probeer nog met de eigenaar te praten, om te vragen of ik naar binnen mag. Maar hij is veel te druk bezig om de teleurgestelde menigte kalm te houden en weg te jagen. Nadat de meeste daklozen op zoek zijn gegaan naar een andere slaapplaats, staat een groep Roemenen ongeduldig te wachten. 'Wij mogen niet meer naar binnen omdat we het verkeerde lot hebben', zegt een van de Roemenen. Hij is gekleed met dikke jassen en je ruikt dat hij een douche nodig heeft. Een foto mogen we van hem maken, maar als ik het knopje van de fotocamera wil indrukken, zegt hij: 'Wacht even! Ik wil mijn jas en mijn trui nog uit doen.' Na de foto wil hij nog meer kledingstukken uit doen en hij vertelt dat hij een paar dagen in Amsterdam heeft gezeten. 'Wij zijn hier nu tien dagen zonder slaapplaats of eten. Amsterdam was veel beter, daar was porno en seks.' Een echte seksverslaafde kan je hem nog net niet noemen, maar als hij zijn riem van zijn broek wil openmaken weten we zeker dat hij op zoek is naar een sekspartner. Illegalen, zoals deze Roemenen, hebben het in Brussel nog moeilijker om te kunnen leven. Ze worden uitgescholden en krijgen moeilijk een slaapplaats of een verblijfsvergunning. De Belgische regering kampt al vanaf 2007 met problemen. Vanaf 2007 zitten Roemenië en Bulgarije bij de EU en proberen naar West-Europa te immigreren. Maar een echte oplossing is er nog steeds niet gevonden.
Het groepje Roemenen belt elke dag naar Samu Social, maar krijgt geen enkel gehoor. Samu Social is een organisatie die met een busje zwervers oppikt om ze vervolgens naar een groot gebouw te brengen. Het is zo triestig om de mannen druk bezig te zien om een overnachting te krijgen, dat ik bijna zelf ga bellen. Maar de Roemenen beginnen zich op te dringen dus zeg ik gedag, geef wat geld en ga op zoek naar het gebouw waar de Samu Social zich bevindt. Ik loop van Brussel Zuid richting het centrum van Brussel. In een kleine, smalle zijstraat ligt het gebouw. Bij de ingang staan allemaal mannen met blauwe jassen met daarop ' Samu Social'. Ik mag naar binnen. Overal om mij heen lopen mensen in vodden. Ze zien er slecht uit. Maar er heerst wel rust en kalmte. Binnen word ik aangesproken door een van de verantwoordelijken, Mattias (schuilnaam). Hij wil mij graag vertellen wat Samu Social precies doet. 'Iedereen kan naar ons bellen vanaf 18:00 uur, maar we hebben maar plek voor 150 mensen. We zitten elke avond vol. Verder hebben we twee grote auto's die de hele nacht door Brussel rijden en daklozen oppikken. We praten met de daklozen en we proberen ze weer op het rechte pad te krijgen.' De verantwoordelijke doet zijn best om Nederlands te praten. Hij legt ons uit dat ze niet iedereen kunnen helpen. 'Als er 200 plaatsen meer zouden zijn, dan zouden we ook vol zitten. Iedereen die belt, kan maar één nachtje blijven.' Ik vertel hem dat ik net een groep Roemenen tegenkwam die al tien dagen lang een overnachting zoekt. Ik vraag waarom de organisatie hen niet kan helpen. Hij zegt dat ze hier vaak alleen de daklozen toelaten die een overnachting het meest nodig hebben. Er komen ook veel mensen terug, ze moeten wel elke dag opnieuw bellen. Behalve degene die heel ziek zijn of psychische problemen hebben, mogen hele dagen in de opvang blijven. 'We willen iedereen helpen, maar dat kunnen wij niet. De regering moet hier echt wat aan gaan doen.'
Te weinig plaats
In heel Brussel zijn er maar 180 plaatsen voor daklozen. De meeste slapen buiten en worden door iedereen raar aangekeken. Het is spijtig om te zien dat er ook echte zielige daklozen zijn. Zij kunnen er niks aan doen dat ze geen huis meer hebben en dat ze op straat moeten leven als een armoezaaier. Jean is zo iemand. Met veel liefde begint hij zijn hondje te aaien en zegt: 'Kijk, hij heeft een wondje. Ik wil dat hij beter wordt, want ik kan niet zonder hem.' Een goede man die liever heeft dat zijn hond niet gewond is dan dat hij een goede slaapplaats heeft. Dat is pas echte liefde.
Samu Social
Vanaf eind jaren negentig ontstond er een actiegroep die de solidariteit tegenover de daklozen wil verbeteren. Ze pleitten voor een opvanghuis die de daklozen een goede nachtrust kan geven. Onder leiding van de voorzitter van het OCMW van Brussel, Yvan Mayeur, wordt als private vzw Samu Social opgericht. In Parijs helpt Samu Social al jaren de daklozen. Door dit initiatief is hebben veel vrijwilligers de Samu Socail in Brussel op gezet. Alle medewerkers proberen de daklozen een handje te helpen. De daklozen kunnen bellen vanaf 18:00 uur naar de 0800/99340, het servicenummer van Samu Social. Zelf is de organisatie 24/24 beschikbaar om de daklozen op te vangen. Helaas kunnen ze niet iedereen helpen, er zijn maar 150 plaatsen in het opvanghuis. In de winter krijgt Samu Social een subsidie om meerdere gebouwen te openen, zodat er niet te veel daklozen bevriezen van de kou. Dit zijn zo’n 200 plaatsen meer. Maar deze hulp is maar voor de wintermaanden. In de zomer moet Samu Social veel daklozen dakloos laten.
Amsterdam versus Brussel
In Amsterdam worden de daklozen beter opgevangen dan in Brussel. Uit een onderzoek van het Centraal Bureau van Statistiek (Nederlandse organisatie voor gegevens, nvdr), zijn er in Amsterdam ruim 4.000 daklozen. Hiervan slaapt ongeveer 61% op straat, in het station of in het park. Dit betekent dat er ongeveer 1.600 daklozen in een opvanghuis terecht kunnen. In Brussel hebben 150 medewerkers van het Steunpunt thuislozenzorg La Strada alle daklozen geteld op een willekeurige dag. Hieruit bleek dat er meer dan 1.900 daklozen in Brussel op straat leven. Volgens opvanghuis Samu Social zijn er maar 180 slaapplaatsen. Dat wil zeggen dat 91% van de daklozen in Brussel op straat slaapt. Maar of de daklozen in Amsterdam een beter leven hebben, blijft de vraag…